Bali

Dansvoorstelling in Ubud

Bali is het meest gekende en bezochte eiland van Indonesië. Ondanks het massa-toerisme vonden we er ook nog stille en authentieke plekjes, waar de Balinezen hun eenvoudig religieus leven leiden. We kwamen vooral voor de hindoecultuur naar hier afgezakt. Ongeveer 90% van de Balinese bevolking is hindoe. Het Balinese hindoeïsme baseert zich op de verering van goden, demonen en voorouders.

UBUD werd onze uitvalsbasis om Bali te verkennen. Ondanks de toenemende drukte heeft het culturele hart van Bali nog veel van zijn landelijke schoonheid en rust bewaard.

In de omgeving van Ubud liggen vele kleine dorpjes omzoomd door rijstvelden. We werkten er een waslijst van bezienswaardigheden af, van het bijwonen van dansvoorstellingen tot het bezoeken van tempels. Na de rust van West-Papoea, waar we meestal de enige toeristen waren, was het opnieuw aanpassen aan de toeristen-industrie die sommige plaatsen op Bali kenmerkt.

Ons eerste bezoek brachten we aan GOA GAJAH, de Olifantengrot. Bij aankomst lanceerden de verkopers er meteen een aanval op ons. Dit hadden we tot nu toe nog niet meegemaakt in Indonesië. Overduidelijk een plek waar veel toeristen komen. Dit complex ligt aan de voet van een heuvel die over de Pentanu-rivier uitkijkt. De buitenkant van de grot is versierd met sculpturen. Tegenover de grot ligt een badplaats met twee diepere bekkens. Helaas spuwde de mond van het beeld geen water meer… want wat verfrissing konden we wel gebruiken! Van `s morgens al was het erg warm en de zweetdruppels vloeiden rijkelijk over ons voorhoofd en wangen. Gelukkig beschikte het busje waarmee we ons verplaatsten over airconditioning.

Op naar PEJENG. In de omgeving van de hoofdstad van het voormalige Pejeng-Rijk bevinden zich heel wat tempels. We bezochten er slechts enkele van. Bij een tempelbezoek in Bali moet je je aan bepaalde gedragregels houden. Bijna overal is er ook toegangsgeld te betalen. Een bedrag dat bepaald wordt door de regering en regelmatig wordt opgetrokken.

De eerste templel waarbij we halt hielden voor een bezoek was de MOON TEMPLE, de Pura Penataram Sasih. Uniek in deze tempel is zijn bronzen keteldrum, de grootste ter wereld. Deze drum bijna 19 m hoge trom staat achteraan in de tempel op een  torenconstructie te pronken.

Vervolgens kwam het GUNUNG-KAWI-complex aan de beurt. Gelegen in de prachtige vallei van de Pakerisan-rivier, is dit één van de hoogtepunten van Bali.

Om het binnen te mogen moet je een `sarong` dragen. Wij hadden de onze niet bij dus huurden we een `sledang`. Dit is een smalle gele sjaal die om de middel wordt gebonden. Op borden bij de tempelingang staat dat aan menstruerende vrouwen geen toegang wordt verleend.

Langs een steile stenen trap daalden we af tot aan de poort van het complex, gevormd door een tiental uit de rots gehouwen candi’s. Het zijn diepe hoge nissen uitgehouwen in de rotswand met een voorgevel als van een tempel. Monumenten ter ere van de koninklijke familie. Hier zijn er verschillende groepen candi’s te bewonderen.

Ze bestaan uit een diepe hoge nis waar zich een temple-façade bevindt dat in de rotswand is uitgehouwen. Daarnaast zijn er ook overdreven veel souvenirwinkeltjes.  De fijnbewerkte kokosnoten die er te koop worden aangeboden zijn wel heel mooi.

Nog een populaire toeristenbestemming is het plaatsje Tampaksiring met zijn  beroemde heilige badplaats van Tirtha Empul. Een religieus oord opgedeeld in drie hoven. In de buitenste hof bevinden zich twee rechthoekige bassins, gevoed met water uit verschillende spuitgaten. In de binnenhof is de originele waterbron, vanuit fotografisch oogpunt de mooiste.

Na een eerste reeks van temples was het tijd voor wat natuurschoon. Dit kregen we ten overvloede te in de Penelokan-regio. De prachtige uitzichten op de vulkaan Batur en het gelijknamige vulkanische meer waren adembenend mooi. De indrukwekkende vulkaan `Batur` is 1717 m hoog en barstte voor de laatste keer uit in 1973. Op de hellingen is er nauwelijks vegetatie. Langs de zigzaggende weg  erheen verdringt het ene restaurant  het andere. Een plaats waar alle touroperators die dagtrips aanbieden stoppen ,met een chaotische drukte tot gevolg.

In Kintamani viel het ons op dat er veel mannen voorbijliepen met een haan in de armen. Zo kwamen we terecht in een grote loods waar het bijzonder luidruchtig was. Er bleken heuse hanengevechten bezig te zijn. Voor veel geld werd er gewed op wie van de twee kemphanen het zou overleven. Dit spektakel dat ook hier officieel verboden is maar in werkelijkheid nog plaats vindt.

Als je Ubud bezoekt is het bijwonen van een Balinese dansvoorstelling een absolute aanrader. We deden dat twee avonden op rij. Wij keken naar het KECAK en RAMAYANA BALLET, beiden hebben prachtige dansers en muzikanten.

De Kecak was met zijn ruim honderd man met ontbloot bovenlijf zeer indrukwekkend. De Balinese danseressen met hun elegant oogopslag en sierlijke bewegingen met de handen, zijn erg charmant. Hun voeten-en handenwerk is enorm dynamisch. Hun kleurrijke kleding is oogstrelend en de begeleidende muziek werkt aanstekelijk. In het verhaal speelde de Barong de hoofdrol. Ondanks zijn schrikwekkende masker huist in de Barong een goede geest. Eeuwige strijd tussen het goede en het kwade.

Ramayana had iets meer van een theaterstuk, met als doel de geesten te verwelkomen en te entertainen. Beide voorstellingen gingen in het Indonesisch door. Toch bleef het verhaal in grote lijnen herkenbaar. We genoten vooral van de gezichtsuitdrukkingen van de danseressen hun verwondering, verbazing, woede…

Zo`n culturele dansvoorstelling is werkelijk  de kroon op een reis door Bali!

We bezochten ook een paar textielfabrieken waar we het productieproces van batik- en ikatstoffen konden volgen en die ook konden kopen. Batik is vooral afkomstig uit Java. Maar Balinese bakitstoffen hebben meer kleuren en vormen. Bij de ikat worden de inslag –of scheringdraden afgebonden alvorens ze te verven en te weven. We zagen ook de dubbele ikat die wereldfaam geniet. Hierbij wordt zowel de inslag- als scheringdraad afgebonden.

Klung Klung was in de 18de eeuw het centrum van het grootste koninkrijk van Bali. We bezochten het omringde paleis dat vooral als justitieplaats dienst deed. Het plafond is rijk en gedetailleerd beschilderd. Het werd meermaals gerestaureerd en vertelt verhalen. Zo worden straffen uitgebeeld die mensen te wachten staan als zij bepaalde zonden begaan. Hierbij enkele voorbeelden. As je de voorvaderen niet respecteert en je je ouders niet gehoorzaamt wordt je doormidden gezaagd! Vrouwen die hun kinderen niet voeden krijgen een grote zuigende rups aan de borsten bevestigd. Homoseksuelen worden opgegeten door varkens, van hoeren wordt hun vagina geschroeid.en bij heksen wordt de tong uitgetrokken. Deze gruwelijke straffen werden natuurlijk niet daadwerkelijk uitgevoerd maar waren bedoeld om de mensen angst aan te jagen en hun te doen beseffen wat de gevolgen konden zijn…

Lugubere beelden dus, waarmee we afscheiden namen van Klung Klung.

De vleermuizentempel van GOA LAWAH lieten we voor wat het was. Toen we uit de auto stapten werden we lastig gevallen door opdringerige kinderen en vrouwen die ons vanalles wilden verkopen. We verplaatsen onze aandacht naar de overkant van de weg. Op het strand van Kusamba werden er net offers in zee gedragen. Kinderen luisterden de ceremonie op met traditionele muziek. Ook mooi waren de vele felgekleurde vissersbootjes die op het donkere zand lagen.

Vandaar reden landinwaarts richting TENGANAN. Dit pittoreske dorpje bestaat uit twee rijen stenen huizen, altaren en enkele gemeenschappelijke gebouwen. De inwoners van Tenganan beschouwen zichzelf als de eerste bewoners van Bali. Hun uitverkoren gemeenschap zou gesticht zijn door de hindoegod `Indra`. Het zijn vooral de weefsels met dubbele ikat die Tengaman wereldfaam hebben gebracht. De stoffen hebben een magische, beschermende functie. Het weven van een dubbele ikat vergt maanden werk.Vanzelfsprekend  is de prijs er ook naar. Onze bezoek aan dit dorp, zijn architectuur en zijn dubbele ikat was zeer interessant. Het gebruikelijke toeristische schouwspel rond de vele souvenirwinkeltjes moesten we erbij nemen.

CANDI DASI was in de jaren tachtig nog een rustig vissersdorpje maar groeide uit  tot een belangrijk vakantieoord. Vooral het feit dat er hier goedkopere accomedatie te vinden is dan elders op Bali lokt vele rugzaktoeristen. Jammer genoeg werd er hier in het verleden koraal werd afgebroken en bovengehaald voor kalkproductie. Als gevolg daarvan kwam het strand bloot te staan aan stroming en golven en is het koraal in enkele jaren tijd gereduceerd tot een smalle strook koraalpuin die bij eb boven water komt. Het afbreken van koraalrotsen mag inmiddels wel zijn  stopgezet, de erosie gaat zijn gang…Het strand van Candi Dasi is dus niet zo bijzonder mooi en ongerept…veel tijd wilden we er bijgevolg niet doorbrengen.

 PURA BESAKIH is Bali`s belangrijkste tempel. Deze ligt op zowat 1000 m hoogte aan de voet van de heilige Agung-berg. Besakih is een complex van vele afzonderlijke tempels, verspreid over zeven terrassen. Lang was dit tempelcomplex gesloten voor het gewone volk en konden alleen koninklijke families er binnen. Er is altijd wel een ceremonie aan de gang. Dit is de moedertempel van Bali en is een must  wanneer je dit godeneiland bezoekt.

Bali staat in eerste plaats bekend om zijn `rijstbouw` die in terrassen tegen berghellingen en heuvels aanligt. Op verschillende plaatsen stopten we om te genieten van de schoonheid die dit geheel uitstraalt. Rijstbouw is een belangrijke bron van inkomsten voor de Balinezen. Het kost echter geen moeite om op Bali ook westerse gerechten te vinden. Als toerist kom je niet veel met de Balinese keuken in aanraking. Specialiteit is de gerookte eend, bereid in een aarden oven. Wel aten we dagelijks lekkere papaja. De papaja is één van de meest gekweekte bomen van de tropen en komt op Bali bijzonder veel voor. Het zachte vlees van zijn vrucht heeft een geel tot oranje kleur en smaakt erg zoet.

Een van de mooiste tempels die we bezochten was de Pura Taman Ayan-tempel. Deze tempel is omwald met een gracht, waarvan de oevers begroeid zijn met rijke planten en bomen. Een tweede gracht omringt het binnenhof. Toeristen zijn hier niet welkom. Enkele van de 50 gebouwen hebben opvallend veel torens . Buiten langs de eerste gracht staat een ononderbroken lijn van eetstalletjes, souvenirkraampjes en drankverkopers. Met dit warme, dorstige weer waren het vooral die laatsten die grote omzetten realiseerden.

De Pura Bukit Sari of Monkey Temple in Alas Kedatan beschouw ik als één van de grootste teleurstellingen op mijn Worldtrip 3. De tempel werd werkelijk overrompeld door toeristen. We werden gevraagd om voedsel te kopen voor de honderden apen die hier heer en meester zijn. De uiterst brutale apen gristen alles weg wat los en vast zat aan de nietsvermoedende wandelaar. De tempel was alles behalve bezienswaardig en  we werden voortdurend ongevraagd gevolgd door iemand die ons probeerde binnen te lokken in zijn winkeltje. Er zijn hier meer dan 300 dergelijke winkeltjes, met overal dezelfde prularia. We vroegen ons af waarom we betaald hadden om terecht te komen in zo’n vreselijk gedoe.

De TANAH LOT tempel was de laatste die we bezochten op Bali. Een uitstekende afsluiter, gezien zijn spectaculaire ligging. Een prachtig plaatje bij zonsondergang.

Tegen die tijd hadden wij ons bij de grote horde toeristen gevoegd op het stand voor de tempel om net zoals alle andere dezelfde beroemde Tanah Lot-foto kunnen te schieten. De overweldigende aandacht deed gelukkig geen afbreuk op de schoonheid ervan. Dit bewijst de kaft van dit boek. Wel verstoorden de grote betonblokken die in de zee geplaatst werden om de tempel te beschermen tegen erosie het zicht. Het af en oprijden van betonmixers op de voorlopige brug maakte de verstoring compleet…

Voor Kuta- beach trokken we drie uurtjes uut. Ruim voldoende om een indruk op te doen van dit trendy-Benidorm-achtig vakantieoord. Sinds de jaren zestig neemt de toeristenstroom hier elk jaar toe en groeit Kuta mee. Ondertussen staat Kuta overvol met sterrenhotels, goedkopere backpakkerhostels, souvenirwinkeltjes en eetgelegenheden in alle categorieën. De Balinese cultuur is hier erg ver te zoeken. Op het weinig aantrekkelijke strand liggen vooral Australiërs zij aan zij aan te bakken. Dit is de riviera voor down-under toeristen. Kuta is één grote party-place en stille plekjes moeten er met een vergrootglas gezocht worden. Ik vind het sun-sea-sex-fun toerisme hier ronduit vreselijk. Kuta is de meest afgrijselijke plek waar ik tot nu toe ben geweest….Kuta-beach zou later in het nieuws komen omwille van een bomaanslag.

Van Kuta-beach reden we naar Padangbai. Dit havenplaatsje, beschermd gelegen in een kleine baai, heeft zich de laatste jaren ook ontwikkeld als toeristencentrum. De stranden hier zijn mooier en het is er naar het schijnt goed snorkelen. Wij wilden echter zo snel mogelijk de veerboot naar het veel rustigere Lombok op.